Op 14 september staat de Amerikaanse gitarist Bill Orcutt in het KC BELGIE, ter ere van de derde editie van het Graag Traag festival. Na jaren teringherrie met noiseduo Harry Pussy, waarvoor Orcutt het gezelschap kreeg van zijn toenmalige echtgenote Adris Hoyos, is hij de laatste jaren solo actief met muziek die minstens evenveel te leen gaat bij de blues en de folk als bij zijn ouder werk.
Toch kan het muzikale verleden van Orcutt niet zomaar weggecijferd worden. De bonkige vormgeving en de hoekige ritmiek van zijn nummers als Bill Orcutt vinden duidelijk hun voorlopers in de laatste releases van Harry Pussy. Op ‘A New Way to Pay Old Debts’ uit 2009 klinkt hij opvallend scherp met plotse uitvallen, oprispingen en bruuske wendingen. De gitaar mag afzien, zoveel is duidelijk. De blues- en folkreferenties ook: doorschemeren is geen enkel probleem, maar wie denk Orcutts cover van Lightnin’ Hopkins ‘Sad News From Korea’ even mee te zullen fluiten, zal snel een vreemd gezicht trekken.
Opvolger ‘How the Thing Sings’ klinkt iets melodischer, maar voor de romantische sfeer moet een luisteraar het nog steeds niet doen. Al was het maar omdat Orcutt zweert bij zijn Kay gitaar: een instrument dat al heel wat averij heeft opgelopen, van beschadigd houtwerk tot twee ontbrekende snaren. Bovendien is een snaar verstemd, omdat de hals van het op de proef gestelde instrument de druk niet maar aankan en is de brug gemaakt van het materiaal waar ook fretten uit geproduceerd worden. Niet echt state of the art voor iemand die in het dagelijkse leven in de informatica werkt.
Wat is het beste en het slechtste dat je ooit over Bill Orcutt gelezen hebt?
Het beste, dat weet ik niet. Ik heb het namelijk moeilijk om positieve dingen over mezelf te lezen. Mijn ogen weigeren dan te focussen. Ik scan teksten om een algemeen beeld te krijgen van wat erin gezegd wordt. Op de een of andere manier is dat comfortabeler. Het slechtste wat ik ooit gelezen heb, was na een show in het Centre Pompidou eerder dit jaar. Een blogger produceerde naar aanleiding daarvan een hele reeks persoonlijk beledigingen in de lijn van (mijn Frans is niet zo geweldig, dus het is maar bij benadering) “die walgelijke oude grootvader, een oude, afgetakeld man die wat in zichzelf zit te neuriën enz.”. Het was er eigenlijk echt over.
Je muziek is duidelijk gedrenkt in blues en folk.
Blues- en folkgitaristen vormen voor mij modellen om solo te spelen. Ik heb ook andere modellen, maar als ik naar Robert Pete Williams of Fred McDowell luister, dan kan ik daaruit bepaalde “regels” voor solo gitaarspel afleiden. Met flamenco heb ik dat ook, net als met solopianisten: ik luister veel naar Cecil Taylor, Art Tatum, Monk enz. Om de een of andere reden helpt dat, maar ik luister ook naar andere pianisten, tegenwoordig bijvoorbeeld veel naar Maurizio Pollini. Waarom net naar solopianisten, dat weet ik niet. Ik heb een zwak voor solisten, misschien is het gewoon dat wel. Wat me zo intrigeert aan Pollini? Ik heb niet gezegd dat die man me fascineert. Ik luister tegenwoordig gewoon naar zijn Schoenberg-plaat. Ik weet niet of die goed is, maar ik hou er wel van.
Op ‘A New Way to Pay Old Debts’ zeg je expliciet dat je op een Kay speelt. Ben je zo’n gitaarfetishist?
Niet echt, maar ik ben wel een fan van dat model. Eigenlijk viel ik vooral voor de naam Kay en het vermelden is niet meer dan een manier om mensen op het verkeerde been te zetten.
Comments